den, dat de nieuwe bevoegdheid van den Minister
nog niet ver genoeg gaat.
Hiermede zijn dezerzijds de voornaamste punten
uit het Voorloopig verslag aangestipt.
Summa summarum kan worden gezegd, dat de
Kamer in het algemeen, ook voor wat de groote
lijnen betreft, wel met den gedachtengang van de
Regeering kan meegaan, doch voor een groot deel
huiverig is om dezen gedachtengang permanent
tot uitdrukking te brengen in de Wet. Er is blijk
baar een streven om de meer principieele wijzigin
gen met een tijdlimiet in de Wet te doen opnemen
en de Wetswijziging voor het overige te beperken
tot technische détails.
Met erkentelijkheid zij er hierbij op gewezen,
dat verscheidene leden der Kamer gaarne rekening
wenschen te doen houden met de belangen van
het bonafide film- en bioscoopbedrijf in ons land.
Dit Voorloopig verslag doet ons met de grootste
belangstelling uitzien naar het antwoord van den
Minister en vermag ons een zekere mate van ver
trouwen te schenken in de openbare behandeling
van het ontwerp, welke thans eerlang in de Kamer
kan worden tegemoetgezien.
DE BONDSDIRECTEUR AFWEZIG
Voor de goede orde zij medegedeeld, dat de
Bondsdirecteur voorloopig door ziekte verhinderd
is zijn werkzaamheden op het Bondsbureau waar
te nemen. Op medisch advies zal de Bondsdirec
teur tot 15 Mei a.s. afwezig zijn.
DONATEURSCHAP
Voor het donateurschap van den Bond heeft
zich aangemeld de heer Alb. J. Richel. Van Dalen
laan 13 te Santpoort.
Genoemde heer houdt zich bezig met het bewer
ken van films en het verstrekken van adviezen op
film- en publicatiegebied.
Eventueele bezwaren tegen de toelating moeten
binnen acht dagen na deze publicatie bij het
Hoofdbestuur worden ingediend.
NIEUWE BONDSDIPLOMA'S
De leden gelieven er rekening mede te houden,
dat de Bondsdiploma's voor 19391940 na 1 Mei
niet meer geldig zijn.
Men wordt dringend verzocht het oude diploma
tijdig in te leveren onder gelijktijdige toezending
van een nieuwe, ongestempelde foto.
Daarna zullen de nieuwe Bondsdiploma's aan
de leden worden toegezonden.
DE NIEUWE BONDSVOORZITTER VOLGT
DEN HEER HAMBURGER OP ALS LID DER
HUISHOUDELIJKE COMMISSIE
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
in de vacature, ontstaan door het ontslag van den
heer D. Hamburger Jr., benoemd tot adviseerend
lid van de Centrale Commissie voor de Filmkeu
ring en tevens lid van de Huishoudelijke Commis
sie der Centrale Commissie voornoemd, den heer
C. S. Roem te 's-Gravenhage.
BUITENGEWONE LEDENVERGADERING
Het ligt in het voornemen van het Hoofdbe
stuur, de leden van den Bond bijeen te roepen tot
een buitengewone ledenvergadering op Maandag
3 Juni a.s. De agenda zal in het volgend nummer
worden opgenomen.
VERKIEZING LID HOOFDBESTUUR
In de op Maandag, 3 Juni a.s. te houden buiten
gewone ledenvergadering zal moeten worden
voorzien in de Hoofdbestuursvacature, welke ont
staan is door de verkiezing van den heer Roem
tot Bondsvoorzitter.
Voor deze vacature komen als candidaten alleen
in aanmerking personen, die zelf of wier maat- of
vennootschap of stichting lid zijn van den Bond
en die tevens eigenaar, medevennoot of bestuur
der van een filmfabriek, filmproductiezaak, film-
importzaak of filmverhuurkantoor zijn.
Het Hoofdbestuur noodigt de leden ingevolge
art. 12 van het Algemeen Bondsreglement uit,
namen, voornamen en woonplaatsen der ge-
wenschte candidaten schriftelijk, en door elf leden
onderteekend, voor 20 Mei a.s. aan het Bonds
bureau op te geven,
IN MEMORIAM
Dezer dagen is geheel onverwacht in den ouder
dom van 50 jaar overleden de heer S. Kool te
Amsterdam. De heer Kool, die sedert geruimen tijd
niet meer in het bioscoopbedrijf werkzaam was,
heeft, zooals ouderen onder ons zich nog zullen
herinneren, in de eerste jaren van het bestaan
van den Bond een vooraanstaande rol gespeeld.
Onder andere maakte hij in 1921 deel uit van het
Hoofdbestuur, waarvan hij de toegewijde Secre
taris was. Het Hoofdbestuur heeft aan de familie
van wijlen den heer Kool een schrijven van rouw
beklag doen toekomen.
Eveneens bereikte het Hoofdbestuur het bericht
van het overlijden van Mevrouw Hamburger te
Amsterdam, de echtgenoote van wijlen den heer
D. Hamburger, den zoo alom geachten Voorzitter
van de Commissie van Geschillen.
Het Hoofdbestuur heeft aan de familie Ham
burger zijn innige deelneming met dit verscheiden
betuigd.