De Europese Commissie heeft in 1971 twee voorstellen aan de Raad van Ministers
voorgelegd tot vaststelling van nieuwe richtlijnen.
Het eerste voorstel betreft een richtlijn inzake de coördinatie van bepaalde wettelijke
en bestuursrechtelijke bepalingen op het gebied van het filmbedrijf. Hiermede wordt
voornamelijk beoogd de instelling door elk der lid-staten van een openbaar film-
register, waarin alle hoofdfilms worden ingeschreven. Voorts kunnen overeenkom
sten betreffende de economische gebruiksrechten van een film, of zijn exploitatie
opbrengsten, daaronder mede te verstaan eventuele overeenkomsten inzake rege
ringssteun, ter inschrijving worden aangeboden. Aan een dergelijke inschrijving
wordt door de lid-staten bewijs van de inhoud der overeenkomsten toegekend,
hetgeen van belang is met het oog op het aantrekken van financieringsmiddelen.
Een tweede voorstel heeft ten doel, naast de vrije vestiging van de filmdistributie
kantoren in de zin van de derde richtlijn, het vrije dienstenverkeer op het gebied van
de filmindustrie te verwezenlijken. Ook hierbij staat weer het beginsel voorop, dat
geen discriminerende behandeling mag worden toegepast ten opzichte van onder
nemingen uit andere lid-staten. Beide voorstellen hebben in 1971 nog niet geleid
tot concretisering in de vorm van richtlijnen.
Het vijftigjarige Tuschinski-theater te Amsterdam