Arbitrage
Het Bestuur was als volgt samengesteld: L. H. Röttger, Voorzitter; J. J. v. d.
Veer, Vice-Voorzitter; W. F. Dubbeldeman, Secretaris; H. Miedema, plaatsver
vangend secretaris; C. Breyer, H. W. Hagenberg, P. J. N. R. Ooms, W. P. van
Santé, D. J. H. Swart, E. J. Verschueren, Drs. C. A. Voskuil, F. H. W. Weyschedé
en H. J. Zwart.
Geschillen tussen Bondsleden worden met uitsluiting van de burgerlijke rechter be
handeld door de Bondsarbitrage en wel in eerste instantie door de Commissie van
Geschillen en in beroep door de Raad van Beroep. Op soortgelijke wijze vindt
arbitrage plaats tussen Bondsleden en leden van de Nederlandse Vereniging van
Bioscoopreclame-Exploitanten. Een verslag omtrent de werkzaamheid der desbe
treffende colleges volgt onderstaand.
COMMISSIE VAN GESCHILLEN
De samenstelling der Commissie werd gewijzigd. Als plaatsvervangend Voor
zitter werd de heer C. J. Blad, die door zijn benoeming tot lid van de Raad van
Beroep niet langer beschikbaar was, vervangen door de heer J. van Willigen.
In diens plaats van gewoon lid der Commissie werd benoemd Drs. J. Ph. Wolff.
In de vacature, onstaan door het aftreden van de heer R. A. H. Herzet werd
in het verslagjaar niet voorzien.
Door loting werden de Kamers als volgt samengesteld:
Eerste Kamer: De Voorzitter en de heren Jan Miedema en W. J. F. van Ewijk.
Tweede Kamer: De Voorzitter en Drs. J. Ph. Wolff; één vacature.
Derde Kamer: De Voorzitter en de heren J. van Dommelen en E. J. Ver
schueren.
Secretaris bleef de heer H. W. Hagenberg.
Gedurende 1971 zijn er 16 geschillen (het jaar daarvoor eveneens 16) aanhangig
gemaakt. Bovendien waren er nog drie geschillen, die tegen het eind van 1970
waren aanhangig gemaakt, te behandelen. Van deze 19 geschillen zijn er 11
ingetrokken. In 5 zaken werd vonnis gewezen. In één zaak verklaarde de Com
missie zich niet bevoegd. Aan het einde van het verslagjaar waren twee geschillen
nog niet behandeld.
In het verslagjaar zijn er 14 geschillen aanhangig gemaakt door leden-filmver-
huurders tegen leden-exploitanten; één door een lid-producent contra een lid-
filmverhuurder en één door een lid-filmverhuurder tegen een lid-collega.
RAAD VAN BEROEP
De voorzitter, de heer C. S. Roem, de vice-voorzitter, de heer D. J. van Leen, en
de leden van de Raad van Beroep werden op 8 juni door het Hoofdbestuur voor
het zittingsjaar 1971/1972 herbenoemd. De heer A. F. Wolff deelde mede voor
een herbenoeming niet meer in aanmerking te willen komen. In de hierdoor ont
stane vacature werd voorzien door benoeming van de heer C. J. Blad. Hiermede
kwam een einde aan een onafgebroken twintigjarig arbiterschap van de heer Wolff.
Hij heeft in deze jaren blijk gegeven over de eigenschappen des arbiters en een
grote kennis van zaken te beschikken; de Raad verloor in hem een bekwaam en
ervaren arbiter, die in deze functie de Bond en zijn leden belangrijke diensten
heeft bewezen.