DE ARCHITECT AM HET WOORD
Situatie
CORSO - een complex
Het planschema
De zaal
Dr. ir. Thomas Nix, architect te Rotterdam, over de
bouw van de Corso Cinema te Rotterdam
De afwerking van het interieur
Met de bouw van het Corso-complex werd de lang ver
wachte afbouw van het Stadhuisplein te Rotterdam vol
tooid. Een unieke situatie heeft dit theater zeker mogen
innemen: aan het plein ligt het aan de zonzijde, om welke
reden de architectuur zeer plastisch met veel schaduw
werking werd uitgewerkt, zodat werd beantwoord aan de
stedebouwkundige gestalte, die voor deze pleinwand was
bedoeld.
Uniek is ook de dubbelzijdige ligging van het gebou
wencomplex, daar het niet alleen een gevel heeft aan het
Stadhuisplein, maar eveneens een volledig front aan de
Kruiskade, waar het deel uitmaakt van een groepering van
drie bioscooptheaters aan een drukke toevoerstraat, waar
aan het Hiltonhotel gebouwd wordt en de Lijnbaanwinkels
en flats hun aansluiting hebben. Merkwaardig is, dat de
zogenaamde tweede ingang aan de Kruiskade nog tijdens
de bouw werd geprojecteerd, daar deze straat in de stede
lijke groei en ontwikkeling van Rotterdams centrum een
navenante karaktergroei vertoonde.
Het bioscooptheater beslaat niet de gehele bebouwing,
daar het deel uitmaakt van een complex van geëxploiteer
de ruimten. Aan het Stadhuisplein vindt men behalve de
Corso-ingang met foyer een aparte snackbar. De ver
diepingen boven de foyerruimte vormen een 22 meter
hoog kantoorgebouw.
Aan de Kruiskade ligt de theaterzaal op de eerste ver
dieping, terwijl gelijkstraats de onderbouw plaats biedt
84
De zaal van het
nieuwe Corso Theater
te Rotterdam heeft
een zeer bijzonder in
terieur gekregen, dat
is ontworpen door de
interieurarchitect Carl
Wirlz. De zijwanden
bestaan uit losse pa
neeltjes, die zijn be
kleed met rode vynide.
Ook aan de verlich
ting is grote zorg be
steed.
aan de tweede Corso-ingang en aan een groot front van
winkels. Voorts is het gehele gebouw op ruime wijze
onderkelderd ten behoeve van winkels, magazijnen, tech
nische installaties en fietsenberging.
De beide ingangen voeren via de grote bordestrap naar
de zaal. De foyer ligt vrij van het „uitstromende" publiek
in de verkeerscirculatie geprojecteerd. In de foyer kan
men ongehinderd wachten tot de zaal weer vrijkomt voor
nieuwe bezoekers, terwijl toch de ruimten van hal en van
foyer één ononderbroken geheel vormen in de architectuur
van het interieur.
In de vorm van het bouwterrein lag reeds vanaf de
aanvang geïndiceerd, dat de zaal „waaiervormig" van
plattegrond zou kunnen zijn; uitermate geschikt dus om
voor projectiezaal te kunnen dienen. In overleg met de
opdrachtgevers werd besloten tot één oplopende vloer,
deels gelijk, deels met treden oplopend. De zaalentree ge
schiedt midden in de ruimte. Er is dus geen balcon. Het
effect is uiteindelijk geworden een voortreffelijke on
onderbroken gezelligheidsruimte, waar men bij verrassing
binnentreedt.
De waaiervorm van de zaal stelde de architect voor het
probleem, of het beeldscherm aan de smalle dan wel aan
de brede zijde van de zaal moest worden geplaatst. Men
kwam tot de conclusie, dat de voorkeur moest uitgaan
naar de smalle zijde. Immers, de beste zitplaatsen bevin
den zich in het midden en achterin de zaal, zodat in deze
zaalvorm bij projectie op de smalle zijde het grootste
deel van de zitplaatsen een voortreffelijk uitzicht biedt.
Zou men daarentegen de brede zijde als projectiewand
kiezen, dan zou men in het midden en achter in de zaal
een kleiner totaal aan goede zitplaatsen kunnen aan
brengen, terwijl voorin slechte zij plaatsen ontstaan en on
nodige voorwandbreedte overblijft. Het projecteren op de
brede zijde van de zaal is alleen dan in overweging te
nemen, indien de smalle zijde geen breedte genoeg heeft
om het gekozen doekformaat te bergen. Dit impliceert
echter een te klein aantal goede zitplaatsen en duidt naar
een oplossing met een balcon.
Hoe dan ook lijkt mij de eerstgenoemde zaalvorm ver
uit de beste te zijn, gelijk die ook in het Corso Theater
werd toegepast.
Ook hier werd de afmeting per zitplaats vooral aan de
ruime kant gekozen. Het publiek heeft dit zeer gewaar
deerd en Corso geldt dan ook als een der bioscopen, waar
men „heerlijk zit". Achteraf bezien zou een zogenaamde
bezuiniging op de zitplaatsdieptemaat slechts een discu
tabele winst hebben opgeleverd ten aanzien van wat meer
zitplaatsen vóór in de zaal, hetgeen begrijpelijkerwijs door
de directie werd verworpen.
Het Corso Theater werd met sobere doch degelijke
materialen afgewerkt. Voor de hallen en de foyer werd
het effect hoofdzakelijk gezocht in natuurstenen vloeren
voor de directe entrees, overgaande in tapijtvloeren en
linoleumvloeren voor het interieur. De wanden werden
evenals de plafonds behandeld in verfwerk en parana-
houten lattenbetimmeringen. De toepassing en keuze van
de kleuren is hier het grootste effect gebleken. Waar me
talen puien werd toegepast viel de keuze op staalwerk
met aluminium glaslijsten.
Het interieur van de zaal tenslotte vormt de climax
in de kleurbehandeling van de zijwanden, die in rode met
vynide beklede losse paneeltjes werden uitgevoerd; ver
lichte houten lambrisstroken, donker plafond en een blank
Ook in de foyer heerst
een prettige sfeer. De
foyer ligt vrij van het
..uitstromende" pu
bliek en vormt als het
ware een sluis, waar
de bezoeker vlak voor
de voorstelling begint
ongehinderd kan
wachten.