Met blijde voldoening Bij de verschijning van dit nummer van het Bonds orgaan ligt de viering van het veertigjarig bestaan onzer organisatie al weer enige weken achter ons. Dit mag ons echter niet weerhouden een korte nabeschouwing te wijden aan deze voor ons zo heuglijke gebeurtenis waarvan U op de volgende pagina's, ter voldoening aan een door velen geuite wens, een gedetailleerd verslag vindt afge drukt. De belangstelling, waarin onze organisatie zich bij deze gelegenheid mocht verheugen, was zó spontaan, zó vererend, en zó algemeen, dat er trouwens reden te over is ook hier ter plaatse uiting te geven aan de gevoelens van oprechte dankbaarheid, waarvan bestuur en leden ver vuld zijn jegens allen, die de voorbije feestdagen tot een mooie herinnering hebben gemaakt. Wanneer wij in de eerste plaats in herinnering zouden mogen brengen de aandacht, welke de Overheid aan ons jubileum geschonken heeft, dan is deze vooral treffend door het gebaar, waarmee zij in zoveel opzichten tot uitdrukking is gebracht, Hare Majesteit de Koningin gaf blijk van haar hoge erkenning door de onderscheiding, welke Zij de Bonds voorzitter wel heeft willen verlenen. De Staatssecretaris van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Zijne Excellentie Mr. R. G. A. Höppener, vereerde ons met zijn aanwezigheid tijdens een statutair gehouden buitengewone ledenvergadering. In een hooggestemde rede onderstreepte Zijne Excellentie de be doeling, namelijk om door zijn verblijf temidden van de bedrij f sgenoten in hun wetgevend college uiting te geven aan zijn persoonlijke waardering en die van zijn Ministerie voor de ordenende arbeid in het belang van het film bedrijf verricht, voor het begrip daarbij aan de dag ge legd voor de publieke betekenis van de film en voor de offers en de activiteit, waarmede de ontwikkeling van de filmcultuur samen met de Overheid van Bondswege dan wel door de leden individueel wordt gestimuleerd. Getroffen waren wij ook door de charmante geste, waar mede de Burgemeester van Amsterdam en mevrouw Van Hall een zeventigtal Bondsfunctionarissen in de statige Ambtswoning aan de Herengracht ontvingen, de band bevestigend, welke vanaf het begin tussen de Bond en Amsterdam, dat men gerust 's lands filmcentrum noemen mag, heeft bestaan. Ook de aanwezigheid van Wethouder Van den Bergh tijdens de receptie, ondanks de ongelegen heid van het ogenblik wegens de ambtelijke verplichtingen op het Prinsenhof, is met grote waardering begroet. Als een bijzonder voorrecht hebben wij het beschouwd, dat de Prins der Nederlanden toestemming had verleend de galavoorstelling ten bate van het naar Zijne Konink lijke Hoogheid genoemde Fonds te doen plaats vinden in het kader van de jubileumviering. Zijne Koninklijke Hoog heid heeft de Voorzitter bij deze gelegenheid persoonlijk gecomplimenteerd, Hoofdbestuur en Directie, alsmede vele anderen uit de filmwereld aan zich doen voorstellen. Mede door de aanwezigheid van Rijks-, Provinciale- en Gemeentelijke autoriteiten en honderden vooraanstaande figuren uit de kringen van handel en industrie is deze gala-avond, waar velen van onze leden met hun dames acte de présence gaven, uitgegroeid tot een opmerkelijk Amsterdams societygebeuren. Hoe opmerkelijk tenslotte de ontvangst in Carllon ook moge zijn geweest door haar omvang, hier viel een accent waar te nemen, dat het formele karakter van der gelijke gelegenheden, wanneer het niet personen maar instituten betreft, loochenstrafte. De receptie van de Ne- derlandsche Bioscoop-Bond droeg een hartelijke, bijna huiselijke sfeer, waar als het ware goede oude vrienden en bekenden elkaar ontmoetten. Dit gold niet alleen de talrijke leden en oud-leden, maar ook de zeer vele ver tegenwoordigers van uiteenlopende culturele en sociale milieu's, waarmede onze bedrijfsorganisatie in het maat schappelijk verkeer van doen heeft. Het feit, dat de Minister van Binnenlandse Zaken, Be zitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 3