De heer Hagenberg benoemd tot Adjunct-Directeur Drie nieuwe ereleden Een bijzondere verrassing bereidde de Bondsdirecteur het Hoofdbestuur door overhandiging van de, in een fraaie band gebonden, met de hand geschreven oprichtingsnotulen en van de eerste bestuursvergaderingen van de Bond, welke hij tijdens de bezetting uit het later verbrande Bondsarchief had gered. spreker de eer heeft President van deze organisatie te zijn, wist hij zich omringd door medewerkende en medevoelende men sen, waarmede een band van sympathie is ontstaan. Spreker is weinig gewend uiting te geven aan zijn gevoelens, maar hij grijpt deze gelegenheid gaarne aan om te ver klaren, dat hij de wijze van werken, de hartelijkheid en het enthousiasme, die men op het Bondsbureau ontmoet, zeer op prijs stelt. Zich tot de heer Bosman wendend, ver klaarde de heer Miedema, dat diens ge schenk zeer waardevol is en inderdaad zui nig zal moeten worden bewaard. Het Hoofdbestuur zegde hem daarvoor gaarne dank. De wijze, waarop de heer Bosman het Hoofdbestuur vertegenwoordigt en waarop hij voor de Nederlandsche Bio scoop-Bond in tal van kringen een vooi ons bedrijf zeer belangrijke goodw-ill heeft gekweekt, heeft onze bewondering en daar voor komt hem de dank toe van heel de Bondsfamilie. Vele jaren heeft de Bondsvoorzitter reed; met de beer Bosman samengewerkt, maar nu was de dag gekomen om daaraan eens uiting te geven. Weliswaar wil de Bonds directeur niet gevleid worden, maar spre ker zou er toch van willen getuieen, dat hij zich bij hem op dit Bureau altijd uiter mate veilig heeft gevoeld. De Bondsdiree- teur heeft een soort van beschermende wij ze van behandeling van de meest ingewik kelde problemen, die het tenslotte he lemaal niet zo moeilijk maakt als het lijkt om bepaalde beslissingen te nemen. Spre- ker aanvaardde ilit geschenk met de wens, dat de heer Bosman gespaard moge blijven voor absenties als gevolg van onaangena me omstandigheden. Persoonlijk hoopte spreker nog lang te kunnen samenwerken met de Bondsdirecteur en de tussen hem en spreker bestaande band zo mogelijk te kunnen verstevigen. Een daverend applaus bewees hoezeer de vergadering het met deze woorden van de Bondspresident eens was. Aangezien er een grote serie telegram men en brieven, inhoudende gelukwensen, was ontvangen, werd besloten om de leden daarvan afschrift toe te zenden, aangezien de voorlezing daarvan te veel tijd nou vergen. De Bondsvoorzitter deelde vervolgens mede, dat het Hoofdbestuur besloten had, de heer H. W. Hagenberg, die zich sedert 1931 voor de Bond bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt, te benoemen tot Adjunct- Directeur van de Nederlandsche Bioscoop- Bond, welke mededeling met een hartelijk applaus werd begroet. De heer Miedema verklaarde, dat hij de heer Hagenberg meermalen heeft laten blijken, hoezeer het Hoofdbestuur zijn werkzaamheden steeds heeft gewaardeerd. Het grote applaus en het enthousiasme, waarmede sprekers mededeling werd ont vangen, mogen voor de heer Hagenberg het bewijs zijn van de hartelijkheid, waar mede de leden de nieuwe Adjunct-Direc teur begroeten. Spreker hoopte, dat de Nederlandsche Bioscoop-Bond nog vele jaren van diens grote gaven zal kunnen profiteren en dat deze gaven in de be staande goede harmonie nog verder zullen worden ontplooid en tot grote successen zullen kunnen leiden. De heer Hagenberg dankte de Bonds voorzitter, het Hoofdbestuur en de Bonds directeur persoonlijk voor deze onderschei ding, waarna de vergadering werd voort gezet. De notulen der jaarvergadering van 27 Mei 1958, werden overeenkomstig het ad vies van de Notulencommissie, bestaande uit de heren J. A. L. Kemps te Amsterdam, G. Top te 's-Hertogenbosch en Joh. van Willigen te Aalsmeer, goedgekeurd. Tot leden van de Notulencommissie voor deze buitengewone ledenvergadering wer den benoemd: de heren H. P. H. Juten te 's-Gravenhage, Ing. E. F. W. Trijssenaar te Amsterdam en J. H. J. Teunissen te Maastricht. Alsnu kwam aan de orde de voordracht van het Hoofdbestuur om overeenkomstig artikel 10 der Statuten tot erelid te benoe men de heren: Ch. van Biene te Arnhem, G. J. Milius te Hoogezand en B. D. Ochse te Heemstede, welk voorstel door de ver gadering onder hartelijk applaus werd aangenomen. De Voorzitter deelde mede, dat tot zijn grote spijt twee leden, die vandaag tot ere lid zouden worden benoemd, niet aanwezig konden zijn wegens ziekte en verzocht de heer P. Nassette, mededirecteur van de vennootschappen, waarvan eveneens de heer Ch. van Biene te Arnhem directeur is, de benoeming tot erelid namens ge noemde heer voor de Hoofdbestuurstafel in ontvangst te nemen. Nadat de heer Nassette aan dit verzoek gevolg had gegeven, verklaarde de voor- zitter, dat het Hoofdbestuur bet zeer op prijs stelde, dat de heer Nassette dit eerbe wijs in ontvangst wilde nemen. Het speet het College zeer, dat de heer van Bréne wegens zijn wankele gezondheidstoestand niet aanwezig had kunnen zijn, en spreker verzocht de heer Nassette om aan zijn compagnon en vriend, de heer van Biene, verslag uit te brengen van de sfeer van deze vergadering en hem met de geluk wensen van het Hoofdbestuur een oorkonde te overhandigen van de volgende inhoud: „Op voorstel van het Hoofdbestuur heeft de buitengewone ledenvergadering van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, gehouden te Amsterdam op de eerste October 1958, besloten de heer Charles van Biene te Arnhem te benoemen tot erelid ak er- 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 17