Toespraak van de Voor zitter van de Bedrijfsaf deling Filmfabrikanten en Filmproducenten tanten, do beide groepen, die althans eco nomisch in hoofdzaak het Nederlandse Film- en bioscoopbedrijf vormen. \)c filmverhuurder, die door concurren tie bij de inkoop op de buitenlandse mark! veelal gedwongen is duur in te kopen, moet streven naar een maximale filmopbrengst, die slechts te bereiken is door zoveel mogelijk films legen zo hoog mogelijke filmhuur aan de bioscopen te verhuren. Hij tracht dus zijn greep op de bioscoopexploitanten zo sterk mogelijk te maken (wat helaas niet altijd geheel ge hikt!). De bioscoopexploitant daarentegen kan zijn hoge investeringskosten onder an dere slechts amortiseren door het maken van hoge recettes met een zo laag mogelijk filmhuurpercentage. Hij tracht derhalve tegenover de filmleveranciers een positie in te nemen, waardoor hij in staat is alleen de als de beste beschouwde films tegen bil lijke condities te huren (waarin hij vaak slaagt, maar gelukkig, althans wat het laatste betreft, niel altijd!). .luist onder de primitieve omstandighe den van veertig jaar geleden veroorzaakten deze botsende belangen vaak hevige span ningen. Er moeten dus n o g sterker gemeen schappelijke belangen zijn geweest en die zijn er nog steeds die de beide grote bedrijfsgroepen lezamenbonden. Er moeten leidende figuren zijn geweest, die deze gemeenschappelijke belangen klaar voor ogen stonden, bestuurders, die met wijs beleid bereik) hebben, dat het ge meenschappelijk belang boven het groeps belang bleef prevaleren. Ik behoef U, na het historisch overzicht, dat de Bondsvoorzitter gegeven heelt, niet meer uiteen te zetten, welke grote gemeen schappelijke belangen de beide bedrijfs groepen hebben gehad en thans nog heb hen. el moge ik er mei gepafte trots van gewagen, dat er onder de leidende figuren die de organisatie groot hebben gemaakt. vele filmverhuurders zijn geweest en het is ook geen toeval, dat er op de voordracht van bet Hoofdbestuur voor de benoeming van ereleden twee namen voorkomen van mannen, die voorzitter en vice-voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders zijn geweest en door deze afdeling zijn af gevaardigd naar het Hoofdbestuur, waar zij zoveel belangrijk werk hebben verricht. Het was een gelukkige dag, toen de film verhuurders 37 jaar geleden, als groep besloten hebben toe te treden tot het lid maatschap van de Bioscoop-Bond. Het na liet begin van de innige samenwerking, die in de loop der jaren is gegroeid tot een ware werkgemeenschap, die de weg heeft gebaand voor de harmonische ontwikkeling van het film- en bioscoopbedrijf in Ne derland. Het is mij, als voorzitter van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders, een behoefte hier te getuigen van de gevoelens van er kentelijkheid en dankbaarheid van de leden van de Bedrijfsafdeling voor al hetgeen De heer C. S. Roem, Voorzitter van de Bedrijjsajdeling Filmfabrikanten en Film producenten, feliciteerde het Hoofdbestuur namens deze Afdeling. de Bond. in het belang van bet filmver- huurbedrijf heeft tot stand gebracht. De Bedrijfsafdeling Filmverhuurders beeft daarom besloten als tastbaar bewijs van dankbaarheid aan het Hoofdbestuur aan te bieden het aanbrengen van een per manente planten- en bloemenversiering onder het monument in de hall van het Bondsbureau, gewijd aan de oorlogsslacht offers onder onze bedrijfsgenoten. fk moge besluiten met de wens, dat de eendrachtige samenwerking tussen de groe pen bioscoopexploitanten en filmverhuur ders en ook met de jonge Afdeling Film fabrikanten en Filmproducenten in het gemeenschappelijk belang van alle bedrijfs genoten onverzwakt gehandhaafd blijve. Als deze wens in vervulling gaat en daarvan zijn mijn collega's vast overtuigd dan wacht onze Bioscoop-Bond nog een rijke toekomst.' Door een luid applaus betuigde de ver gadering baar instemming met deze woor den. De Bondsvoorzitter verklaarde, dat de Voorzitter van de' Bedrijfsafdeling Filmver huurders op de juiste wijze de gebonden heid tussen de oorspronkelijke twee groe pen van de Bond. namelijk exploitanten en filmverhuurders, had geschetst, zodat spreker daarover zeker niet verder behoef de uit te wijden. Hij dankte de heer Boek man en de leden van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders voor de aan tot Hoofd bestuur en hem persoonlijk gerichte pret tige woorden, alsmede voor het bijzondere geschenk, dat werd aangeboden. Dit ge schenk gaf uitdrukking aan een gevoel van piëteit tegenover het verlies, dat de Bond in de oorlog heeft geleden en w-elk verlies de leden nog steeds betreuren. Spre ker hoopte, dat wanneer wij het monu ment passeren, af en toe gelegenheid zou den hebben een ogenblik te verwijlen bij de slachtoffers van de bezetting. Gaarne zegde spreker de leden en bet Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders nogmaals hartelijk dank. Daarna was het woord aan de voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten, de heer C. S. Roem, die op zijn beurt de Bondsvoorzitter na mens zijn Afdeling van harte feliciteerde met de hem verleende Koninklijke Onder scheiding en vervolgde: ..Wanneer ik als Voorzitter van de Be- drijfsafdeling Filmfabrikanten en Film producenten op deze buitengewone leden vergadering ter herdenking van het veer tigjarig bestaan een ogenblik Uw aandacht raag. dan is dit om voor alles nadrukke lijk te verklaren, dat onze Afdeling zeer erkentelijk en trots is deel uit te maken van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Nu moge deze verklaring U misschien op een dag als vandaag wat vreemd in de oren klinken, maar onze Afdeling verte genwoordigt niet alleen een aantal rechts personen, die reeds langere tijd lid van de Nederlandsche Bioscoop-Bond zijn en we ten wat zon lidmaatschap voor hen bete kent, maar onze Afdeling vertegenwoor digt ook een aantal filmkunstenaars, die nu eenmaal niet zo heel veel voelen vergaderingen, reglementen en voorschrif ten. Toen in 1952 na twee jaar voorbe reiding onze Afdeling ook de jure dooi de Nederlandsche Bioscoop-Bond werd er kend, bleek al spoedig, dat het Bestuur geen gemakkelijke taak zou hebben om deze afdeling de zo nodige waardering te doen verwerven. Enerzijds voelde een aantal jongere le den zich nog wat onwennig als lid van die Bioscoop-Bond, die hun zo vaak was voorgespiegeld als een kei-hard machts- 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 15