Liquidatie waarborgsommen
Geautomatiseerde mini-bioscoop
Het spreekt vanzelf dat deze behoeften per persoon sterk
in betekenis en intensiteit kunnen verschillen, waarbij spe
ciaal van betekenis is de vraag in hoeverre men deze be
hoeften reeds in zijn beroep bevredigt. Het is echter zo zeker
als Jetje dat alle denkbare motieven voor bioscoopbezoek
tot een of meer van deze fundamentele behoeften terug te
voeren zijn. Elk van de tien kan zelfs het aanknopingspunt
bieden voor een kollektieve aktie, waarbij respektievelijk
van de volgende slagzinnen gebruik gemaakt zou kunnen
worden:
1. De film, daar steek je wat van op
2. Samen naar de film, ja gezellig
3. Blijf bij met de nieuwste films
4. De bioscoop is er voor ons allemaal
5. Droom je weg in een film
6. Laat je gaan in de bioscoop daar kan het nog
7. Zie eens wat de film ervan maakt
8. Bekijk het breed in de cinema
9. Leef mee op de toppen van de film
10. Verwen uzelf met een bioscoopje
Het gaat er nu echter om één of meer claims te kiezen die
ook waargemaakt kunnen worden, met andere woorden: er
zal moeten worden nagegaan aan welke behoeften „het"
filmtheater krachtens zijn aard het beste kan voldoen. Het
zal duidelijk zijn dat sommige behoeften door de bioscoop
als zodanig bevredigd kunnen worden, terwijl andere het
veeleer van de vertoonde film moeten hebben. Volgens Dich
ter heeft de bioscoop op het gebied van de hierboven ge
noemde passiviteit en regressie geen konkurrenten van be
tekenis. Geen enkele vorm van openbare vrijetijdsbesteding,
ook de televisie niet, maakt een zo volledige en intensieve
deelname aan een andere werkelijkheid dan die van het hier
en nu mogelijk als de bioscoop. Dit betekent allerminst dat
men de overige behoeften nu straffeloos mag negeren. Voor
zover men ze niet kan bevredigen moet men in elk geval
proberen ze niet onnodig te frustreren.
Nemen we als voorbeeld de behoefte aan prestigebevesti-
ging en -winst. In dit opzicht heeft de bioscoop nooit de rol
van de schouwburg kunnen overnemen, maar er is een tijd
geweest waarin ook de notabelen belangstelling toonden
voor de film. Dit is nu anders geworden. Zoals er een tijd is
geweest dat het bon ton was geen televisietoestel in huis te
hebben, zo lijkt het tegenwoordig in sommige kringen tot de
goede toon te behoren de bioscoop te mijden. Als deze krin
gen notabel geacht worden ontstaat het gevaar van een
sneeuwbaleffekt, met name op het platteland en in de kleine
re steden waar de sociale kontrole zoveel sterker is dan in
een grote stad. Het is geen toeval dat de achteruitgang van
het bioscoopbezoek zich eerder en sterker deed gevoelen in
de provincie dan in de grote steden, terwijl het evenmin ver
bazing hoeft te wekken dat op het platteland relatief zeer
weinig gebruik wordt gemaakt van de nieuwe reduktierege-
ling voor bejaarden (al zijn hiervoor meerdere oorzaken aan
te wijzen). Welnu, men kan hieruit afleiden dat het in de pro
vincie meer nog dan elders van belang is dat men in de bio
scoop gezien mag worden. Een verwaarloosde gevel, onver
schillige serviceverlening, verouderde sanitaire voorzienin
gen, slordige affichering en vooral een te wispelturige pro
grammering kunnen een toch al half en half bestaande nega
tieve houding tegenover het bioscoopbezoek gemakkelijk
bevestigen en versterken.
Zoals gezegd: er moet gekozen worden tussen het konsoli-
deren van de huidige publiekssamenstelling en het terugwin
nen van een deel van het verloren publiek. Gezien de be
hoeften waaraan bioscoopbezoek kan voldoen lijkt dit laatste
geen onhaalbare kaart. Het is bekend dat de frekwentie van
bioscoopbezoek praktisch tot nul terugloopt bij pasgehuw
den, zelfs als deze nog kinderloos zijn een verschijnsel
dat zich overigens niet alleen de laatste jaren voordoet. Wel
licht komt deze groep als eerste in aanmerking voor een
gerichte kampagne ter bevordering van het bioscoopbezoek.
Een dergelijke kampagne behoeft niet te worden voorafge
gaan door een onderzoek naar de huidige samenstelling van
het publiek, maar wel moet meer inzicht verkregen worden
in de redenen die de mensen ertoe bewegen niet resp. niet
meer naar de bioscoop te gaan. We zullen moeten uitvinden
welk image de bioscoop bij de verschillende deelgroepen
van het potentiële publiek heeft, en welk image de „ideale"
bioscoop heeft en hoe de verschillen tussen beide images
eventueel door veranderingen en/of voorlichting uit de weg
geruimd kunnen worden. Ik hoop hier in een volgend artikel
op terug te komen.
Drs. P. M. H. Cuijpers
Wegens beëindiging van het lidmaat
schap van de hiernavermelde voormali
ge leden worden de leden van de Ne
derlandse Bioscoopbond en de Neder
landse Vereniging van Bioscooprecla
me-Exploitanten uitgenodigd binnen
acht dagen na het verschijnen van deze
publicatie eventuele vorderingen schrif
telijk bij het Bondsbureau in te lienen.
Deze publicatie heeft betrekking op:
Mr. P. A. Meerburg, Bijou-Hilversum;
Fortuna N.V., Parisien-Amsterdam; Ma
drid N.V., Centraal-Amsterdam; Stich
ting Dorpshuis in liquidatie, Dorpshuis-
Alblasserdam; N.V. Luxor, Roxy-Gorin-
chem en City-Leerdam; N.V. Alcazar,
Alcazar-Helmond; Firma Wed. A. Wij
laars en Zoon, Centraal-Someren; H. J.
Buursema, Corso-Leek; E. B. Spiero,
Sporthotel-Nieuwkoop; J. J. Tonnaer,
Tobi-Vaals; J. B. Westland, Luxor-Vee-
nendaal; P. Kijzer, Kappa Filmproduc
tie-Amsterdam; N.V. Nederlandse Film
productie Maatschappij-Rotterdam;
Standaardfilms Productie Maatschap
pij-Amsterdam; Mr. R. C. J. M. Rijssen-
beek, Helicon Films-Mook; Cineurope
N.V., filmproduktiezaak te Amsterdam.
Volgens een publikatie in het Ameri
kaanse blad „American Cinematogra-
pher" is door Bell Howell voor Na
tional Feature Ltd. een mini-bioscoop
met 228 zitplaatsen in Columbia Tenn.
ingericht met een volautomatische
dubbele 16 mm-apparatuur.
Een schakelinstallatie maakt het mo
gelijk om vanaf een centraal punt de
projectoren in bedrijf te stellen en te
stoppen, de film terug te wikkelen, de
scherpte te regelen en de zaalverlich
ting zowel als de pauze-muziek te stu
ren. Voor het continu in bedrijf houden
van deze kleine bioscoop zijn aldus
slechts 2 personen nodig.
25