Studieconferentie Bilderberg
15
Het Verenigd Nederlands Filminstituut heeft op negen en
tien oktober een internationale studieconferentie gehouden
in hotel Bilderberg in Oosterbeek. Het thema was „chang-
ing values in modern filming." De sterk veranderende oor
delen over de „waarde" vinden hun weerspiegeling in de
film. Hierover en over de invloed van de westerse films
met hun specifieke benadering van de menselijke waarden
op het publiek in de ontwikkelingslanden werd uitvoerig
gesproken.
De conferentie werd geopend door de waarnemend voor
zitter van het bestuur van de Internationale Filmweek Arn
hem, de heer J. G. J. Bosman. Hij zei o.a. dat men van
een zo korte conferentie geen antwoorden mag verwachten
maar wel op enkele punten een beter inzicht in de grote so
ciale en culturele vragen van deze tijd, zoals deze in de film
tot uitdrukking komen.
Het thema van de conferentie werd ingeleid door dr. Joan
Hemels, wetenschappelijk medewerker van het Instituut
voor Massacommunicatie aan de Nijmeegse universiteit. De
heer Hemels behandelde in de eerste plaats de problemak-
tiek van de filmkeuring zoals deze zich op het ogenblik in
tal van landen voordoet. De meeste landen hebben eniger
lei vorm van filmcensuur maar deze werkt op het ogenblik
met geheel andere maatstaven dan in het begin van de ja
ren 60. Wat toen onherroepelijk verboden zou zijn, wordt nu
zonder veel moeite toegestaan.
Dr. Hemels formuleerde principiële bezwaren tegen filmkeu
ring voor volwasenen doch wees erop, dat ook waar de
formele filmkeuring wegvalt nog informele censuurvormen
blijven bestaan. Een samenleving waarin niet op de een of
andere manier druk op de filmmakers wordt uitgeoefend
om zich aan te passen aan de heersende opvattingen, be
staat eigenlijk niet. Er kunnen zich situaties voordoen waarin
een formele keuring met duidelijk recht van beroep de voor
keur verdient boven een verborgen censuuruitoefening,
waarvan geen beroep mogelijk is.
Des zondags hield drs. J. A. Hes, directeur van het Verenigd
Nederlands Filminstituut een inleiding over de zogenaamde
Oberhausen papers, rapporten waarin een wetenschappe
lijk onderzoek naar de inhoud van de in 1969 en 1970 in
Oberhausen vertoonde korte films wordt gegeven. In het
rapport van 1970 wordt tevens een vergelijking gemaaki
tussen deze korte films en 100 televisiespelen van het Zwei-
tes Deutsches Fernsehen.
Een tweede inleiding werd gehouden door Edmond Becker
(Frankrijk) en David Peransi (Indonesië). Zij spraken over
het verschil tussen de westerse en de aziatische film en
over de invloed van de veranderingen in het waardensys
teem van de westerse film op het aziatische publiek.
Ruim 50 genodigden en belangstellenden hebben de confe
rentie bijgewoond. De buitenlandse deelnemers vertegen
woordigden 17 nationaliteiten: België, Brazilië, Canada,
West-Duitsland, Engeland, Frankrijk, Indonesië, Iran, Joego
slavië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Somali, Tsjechoslo-
wakije, Vaticaanstad, Verenigde Staten en Zwitserland. On
geveer de helft van de deelnemers waren studenten die in
Nederland film of sociale wetenschappen studeren. Van de
buitenlandse en internationale instellingen waren o.a. ver
tegenwoordigd het British Filminstitute, Het Büro für audio-
visuelle Kommunikation, Interfilm, het Internationaal Katho
liek Filmbureau (OCIC) en het Internationaal Jeugdfilmcen
trum.
Gespannen aandacht tijdens de manifestatie van de Bedrijfsafdeling Filmproduktie, gehouden onder het motto
,,Opdrachtfilm 71",